Werkingstheorieën zijn gesimplificeerde schema’s met elektronisch diagrammen voor alle Turbo systemen en generaties.
Ze laten zien:
Het begrijpen van deze werkingsprincipes kan u helpen om problemen effectiever op te lossen, bijvoorbeeld als de Turbo fiets niet aan gaat.
Ze laten bijvoorbeeld zien wat er gebeurt als u de fiets aanzet. Omgekeerd: als de fiets niet aan gaat, helpen ze u te begrijpen waar het probleem mogelijk zit. Componenten buiten dit network zijn simpele schakelaars die signalen geven.
Voor de eerste probleemoplossing moet u altijd een digitale diagnose uitvoeren via Event Log in Turbo Studio,
Alle Theorieën van Werking zijn te vinden in de Turbo Studio ‘Kennisbank’.
In rode cirkels:componenten die deel uitmaken van de CAN communicatie (ze communiceren en wisselen berichten uit)
In witte cirkels: componenten die alleen schakelaars zijn (een afstandsbediening is niet nodig voor motorondersteuning, maar een sensorsignaal wel)
Deze diagrammen laten de interplay van alle componenten in hun respectievelijke systeem, inclusief de communicatie naar de “buitenwereld” (Mission Control App, ANT+ apparaten, Turbo Studio).
Een zogenaamde “Desktop Setup” laat niet alleen zien hoe de componenten verbonden zijn, maar hepl ook om te testen en diagnosticeren.
Een desktop setup moet als volgt gebruikt worden:
Als iets valt onder `normaal systeem gedrag`, functioneert het zoals bedoeld in het ontwerp en kan er geen probleem worden aangewezen. Een veelvoorkomend voorbeeld van typisch normal systeem gedrag is vermindering van het motorvermogen bij lagere laadniveaus. Naast gedragspatronen die voor alle fietsen van toepassing zijn, is er een systeem-specifiek of zelfs fiets-specifiek ‘normaal systeem gedrag’. Daarom is het overzicht waarna wordt verwezen opgesplitst in verschillende categorieën.
Het begrijpen en refereren aan ‘normaal systeem gedrag’ helpt u:
Als iets valt onder `normaal systeem gedrag`, functioneert het zoals bedoeld in het ontwerp en kan er geen probleem worden aangewezen. Een veelvoorkomend voorbeeld van typisch normal systeem gedrag is vermindering van het motorvermogen bij lagere laadniveaus. Naast gedragspatronen die voor alle fietsen van toepassing zijn, is er een systeem-specifiek of zelfs fiets-specifiek ‘normaal systeem gedrag’. Daarom is het overzicht waarna wordt verwezen opgesplitst in verschillende categorieën.
Het begrijpen en refereren aan ‘normaal systeem gedrag’ helpt u: